'De
belastingvrije kilometervergoeding voor werknemers moet omhoog',
heeft de MHP, de vakcentrale voor middelbaar en hoger personeel, op
16 april gezegd. Bedrijven
mogen nu 19 cent per zakelijke kilometer belastingvrij vergoeden aan
hun personeel. Volgens de MHP moet daar 5 cent per kilometer bij,
want door de oplopende prijzen aan de pomp zijn automobilisten steeds
meer kwijt aan benzine.
Het
autogebruik wordt in deze redenering als gegeven beschouwd, dat
bovendien in deze krappe tijden op onbeperkte staatssteun zou moeten
kunnen rekenen. De stijgende brandstofprijzen laten zien dat de
auto-economie zijn langste tijd heeft gehad. Het leven op grote
afstand van werk en andere bestemmingen (vaak in een ook al zwaar
gesubsidieerde eigen woning), rijden op gesubsidieerde brandstof over
gesubsidieerd asfalt – het lijkt de voormalige Sovjet-Unie wel!
In
de VS, autoland bij uitstek, begint er al een kentering te komen.
Jongeren, die hun carrière tegenwoordig beginnen met een enorme
studieschuld, hebben geen ruimte meer in hun budget om een autolening
of hypotheek aan te gaan. Zij
geven steeds vaker de voorkeur aan een (huur)woning in meer stedelijk
gebied, dichter
bij werk, winkels en voorzieningen, beter ontsloten met het
openbaar vervoer. De woonlasten zijn misschien hoger, maar als je
geen twee auto's nodig hebt zijn de totale kosten van levensonderhoud
aanzienlijk lager. Alleen de werklozen wonen nog in de suburbs –
bij hun ouders in de kelder!
Mijn
conclusie is deze: meer benzinegeld eisen is een doodlopende weg. De
MHP en andere vakbonden en belangenorganisaties kunnen beter een
flinke verbetering van het openbaar vervoer bepleiten. Dat is voor
ons, als forens èn als belastingbetaler, veel voordeliger.