In het NRC Handelsblad van 28 juli betogen Otto Waterlander, Marco Kesteloo en Kees Cools dat Nederland een emissie- en afvalloze stad voor 40.000 inwoners moet bouwen. Zo kan Nederland kan de toon aangeven in duurzaamheid.
Ze beginnen hun betoog met de constatering dat Nederland ambitieuze klimaatdoelen heeft, maar flink achterloopt bij omringende landen. Slechts 3,4 procent van onze energie is duurzaam, niet veel vergeleken met 7,1 procent in Duitsland en 17,3 procent in Denemarken. Nederland zou de extra investeringen in het kader van de crisisbestrijding moeten gebruiken om de kwaliteit van het milieu te verbeteren.
De auteurs stellen dat we twee doelen tegelijk moeten realiseren. Ten eerste een gedragsverandering die gericht is op verbetering van klimaat en milieu op lange termijn. Ten tweede zal duurzaamheid ook economisch duurzaam moeten zijn. Dat vergt investeringen en kennisopbouw in Nederland zodat we ook economisch kunnen profiteren van uitgaven aan duurzaamheid.
Dit zou moeten gebeuren in de vorm van een nieuwe stad, 
‘Duurstede’ die een proeftuin vormt voor nieuwe technologie en een milieuvriendelijke leefwijze. De auteurs hebben geen locatie in gedachten, maar noemen als voorbeeld een grote stadsuitbreiding zoals bij Almere.
Elke stad een Duurstede!
Bij nieuwbouw is het inderdaad mogelijk om die volgens de laatste stand der techniek te bouwen en in te richten. Elke nieuwbouwwoning en -wijk wordt volgens eigentijdse inzichten gebouwd. Moderne woningen gebruiken slechts een fractie van de energie van 30 jaar oude woningen. Er zijn proefprojecten op het gebied van duurzame stedenbouw, die laten zien wat er mogelijk is. Daar kan een nieuwe stad weinig aan toevoegen, behalve dat het een soort permanente tentoonstelling zou worden. Die overigens binnen de kortste keren alweer achterhaald zou zijn.
De uitdaging is juist om de bestaande steden en stedelijke regio’s duurzamer te maken. Daar valt de meest winst te behalen: isoleren van oudere woningen, overal zonne-energie, vervangen oude CV ketels. En op groter niveau het aantrekkelijk maken van fiets en OV en het mengen van wonen,
