vrijdag 18 mei 2012

Duurzaamheid is meer dan technische trucs

Vrijstaand huis met zonnepanelen - Bron http://nudgeblogt.wordpress.com

Wouter van Deurzen, een Masterstudent planologie uit Nijmegen, schrijft op de LinkedIn groep 'Duurzame Stad' 
dat in de discussie rondom duurzaamheid in Nederland vaak beperkt is tot technische oplossingsrichtingen. Als voorbeeld noemt hij de introductie van electrische auto's om de luchtkwaliteit in steden te verbeteren; die auto's zijn echter voorzien van een chemische batterij opgebouwd uit grondstoffen uit instabiele landen, waardoor ze op een ander schaalniveau helemaal niet bijdragen aan een duurzame ontwikkeling.


Wouter slaat de spijker op de kop. 'Duurzaamheid' wordt, zeker in Nederland, inderdaad te vaak gebruikt voor technische trucs om het gebruik van fossiele energie terug te dringen. En dan vooral op het niveau van gebouwen en technieken, zonder het gebouw of de techniek in een context te plaatsen. Een woning die op zich energieneutraal is, maar in een vinexwijk langs de snelweg staat, leidt door het noodzakelijke vervoer van de bewoners toch tot een aanzienlijk energiegebruik. Een oudere gasgestookte woning midden in een stad, met werk en voorzieningen dichtbij, zou wel eens energie-efficiënter kunnen zijn. 

Daarbij komen nog de andere aspecten van duurzaamheid. Sociaal en economisch gezien biedt een dergelijke locatie ook voordelen: meer werk en voorzieningen in de buurt, en meer plekken om te netwerken, betekent makkelijker aanpassen bij werkloosheid; Mooie oude stadsparken bieden meer rust en vermaak dan een groenstrook langs de snelweg.

We moeten duurzaamheid, zeker bij ruimtelijke ontwikkeling, dan ook op meerdere niveaus zien. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling begint bij een duurzame hoofdstructuur van stad of regio: een goede ruimtelijke ordening en bijbehorend flankerend beleid. Bijvoorbeeld verstedelijking gericht op het OV, aandacht voor een regionale energie- en voedselvoorziening. Hierin heeft elk gebied een bepaalde functie in het geheel - terwijl we proberen te breken met de traditie van monofunctionele gebieden.



Dan een duurzame inrichting van gebieden, rekening houdend met de functie van het gebied in de regio. Een stadscentrum speelt een andere rol dan een woonwijk, en discussies over bijvoorbeeld functiemenging moeten ook in dat licht gezien worden. Op dit niveau zorg je voor groen, een goede leefomgevingskwaliteit, bezonning en schaduw, waterberging, ontmoetingsplaatsen en dergelijke).


Tenslotte komen we uit bij het gebouwniveau. Op dat niveau spelen kwesties als duurzaam materiaalgebruik, energiehuishouding, levensloopbestendig bouwen, etc.) 

Dit betekent niet dat duurzaamheid nog in de kinderschoenen staat omdat we het alleen maar over gebouwen en technieken hebben gehad. De discussies over duurzame inrichting op een hoger schaalniveau spelen zich op andere plaatsen af en onder een andere noemer - vooral die van ruimtelijke ordening en verkeer. Er is al heel wat beleid dat past binnen een duurzame aanpak, maar niet zo genoemd wordt. De concentratie van verstedelijking rond OV bijvoorbeeld begint nu van de grond te komen - zie het ruimtelijk beleid van de provincie Zuid-Holland en van de regio Arnhem-Nijmegen - en zal zeker bijdragen aan een duurzamere samenleving. Maar dat is wel een kwestie van een lange adem. En een duurzame inrichting van wijken is vaak -al dan niet expliciet- onderdeel van stedenbouwkundige ontwerpen.



De mensen die zich met die vraagstukken bezighouden mogen zich er van bewust zijn dat hun werk niet op zich staat, dat het bijdraagt aan een duurzame ontwikkeling van de maatschappij.

Geen opmerkingen: